Merken uit het verleden

Rippen  (Nederland) De Rippen pianofabriek N.V. is opgericht in 1937 door J.J. Rippen. Tot 2004 heeft Rippen piano’s en vleugels gebouwd, eerst in Den Haag en later in Ede. Rippen staat bekend om het bijzondere ontwerp van de Art-Deco vleugel, die Dhr. Rippen in 1946 ontworpen heeft. De vleugel is in productie gebleven tot 1972. Dit model heeft niet het gebruikelijke stalen frame in een houten bak, maar het frame en de bak zijn één geheel. Het frame is gemaakt van silumine, een aluminium legering. In Nederland hebben de Jachtclub in Rotterdam, de Vredekapel in Bilthoven, de Martinikerk in Groningen en de geluidsstudio van de Theaterschool in Amsterdam zo’n vleugel.

Zimmermann (Duitsland) In 1884 richtten de broers Max en Richard Zimmermann in Leipzig, Duitsland hun eerste pianofabriek op. In 1904 konden ze deze uitbreiden met een tweede fabriek. Zimmermann maakte 3 stylen vleugels; Chippendale, Chippendale Antique en Tradiotioneel. In 1991 werd de fabriek overgenomen door de Bechstein-Gruppe, en worden de instrumenten voortaan gefabriceerd in Seifhennersdorf.

Alex Herrmann (Duitsland) In 1903 werd de pianofabriek opgericht in Sangerhausen. Vanaf 1972 heeft de fabriek verschillende naamwijzigingen ondergaan en uiteindelijk is de productie gestopt in 1994.

Ibach (Duitsland) In 1794 richtte Rudolf Ibach Sohn in Barnen (Westfalen) de pianofabriek op, en produceerde onder de merknaam Ibach. Na de Tweede Wereldoorlog verplaatste het hoofdkantoor zich naar Schwelm (Westfalen). In 1989 gaf Ibach opdracht aan de pianoproducenten Roth & Junius om piano’s te maken onder de naam Young Chang. Deze piano’s werden gebouwd in Zuid Korea, en later ook in China. In 1990 gaat Ibach samenwerken met o.a. Sauter en Daewoo. Maar in 2008 wordt de fabriek gesloten.

Rösler (Tsjechië) Röslerpiano’s werden sinds 1867 gebouwd in Ceska Lipa, een middelgrote stad in het noordwesten van Tsjechië. Tsjechië is een van de grootste en bekendste landen op het gebied van de pianobouw, en Rösler was daarin een van de toonaangevende merken. Doordat men de productie toespitste op slechts 4 modellen kan er zó efficiënt worden geproduceerd dat Rösler piano’s zeer aantrekkelijk waren geprijsd. Sinds enkele jaren is de productie in Tsjechië stopgezet. Deze zou zich verplaatst hebben naar China, maar tot op heden heeft Rösler nog geen nieuwe modellen op de markt gebracht.

Welmar (Engeland) Welmar, uit Clapham Park Rd. London,  was een zeer traditionele pianobouwer met een productie van een kleine 400-500 piano’s per jaar. In deze fabriek werden de mensen intern opgeleid en werden nog eigen zangbodems gebouwd. De kwalitieit stond er boven de kwantiteit. Eind jaren ’90 zijn ze helaas gestopt met het bouwen van deze mooie piano’s. Ook waren ze de importeur voor het Verenigd Koninkrijk van Blüthner piano’s en vleugels. De eigenaar was Whelpdale, Maxwell & Codd Ltd. en Welmar had een leuke winkel in Conduitstreet in Londen waar Mr. Orbell de directeur was.

Knaus (Duitsland) Knaus piano’s werden gebouwd door de firma C. Mand in Koblenz, Duitsland (anno 1832). De firma Spanjaard (dit familiebedrijf is nog steeds in Alkmaar actief in piano’s) is destijds de leverancier geweest.  Knaus piano’s zijn gebouwd tot 1945. De productie onder de naam Mand is in 1925 gestaakt. Beide bedrijven zijn toen samengegaan en produceerden alleen nog onder de naam Knaus tot 1945. Toen is het bedrijf opgeheven.